Vadervleugels. Dat zijn gevangenisafdelingen waar mannen zitten die nog iets willen maken van hun gezinsleven, ondanks hun detentie. Het is een concept dat startte in de noordelijke gevangenissen: de primeur was vijf jaar geleden in Esserheem (Veenhuizen) en in Leeuwarden.
Twee jaar geleden werd een zoon van hem doodgestoken. Toen dat gebeurde, zat gedetineerde Raimond* in zijn cel, afgesloten van de wereld en onmachtig om zijn taak als vader op zich te nemen binnen het gezin. Dat overkomt hem nooit meer: de Limburger koos voor een plek op de vadervleugel in de gevangenis in Veenhuizen, waardoor hij intensief contact kan houden met het thuisfront. Ook al zit hij in een cel in Drenthe.
In zijn cel in Esserheem in Veenhuizen hangen foto’s van thuis: zijn om het leven gebrachte zoon en zijn andere kinderen uit twee huwelijken. De oudste kinderen redden zichzelf grotendeels, maar de jongsten zitten nog op de basisschool; zij hebben veel meer begeleiding nodig.
In oktober zijn die kleintjes op ‘herfstkamp’ geweest naar de Drentse gevangenis. Drie dagen overnachtten ze in een jeugdherberg, overdag waren er activiteiten georganiseerd voor de kinderen met hun gedetineerde vaders in de bajes. Raimond mag meerdere keren per week met de kinderen videobellen; dan loopt-ie met een laptop door zijn celletje en over de afdeling.
Vanaf deze week gaat de derde vadervleugel van Nederland officieel van start: in de Drentse gevangenis Norgerhaven. De filosofie achter deze ‘gezinsbenadering’ verspreidt zich langzaam als een olievlek over de gevangenissen in de rest van Nederland.
Doel van de vadervleugels is het zoveel mogelijk beperken van de schadelijke gevolgen voor kinderen van wie de vader in detentie zit. In Nederland hebben naar schatting zo’n 25.000 kinderen een ouder die vast zit. Brits onderzoek toont aan dat kinderen van gedetineerden een aanzienlijk grotere kans hebben zelf ook in detentie te belanden op latere leeftijd dan hun ‘gewone’ leeftijdsgenoten. De vadervleugels zijn er dan ook niet voor de gevangenen, maar voor het welzijn van hun kinderen.
Anna Mumsen wordt de ‘gezinsfunctionaris’ op de nieuwe vadervleugel van Norgerhaven, die 24 cellen telt. Tien vaders zitten er inmiddels. Hun achtergrond is divers; sommigen komen eind dit jaar vrij, anderen hebben een straf van twaalf jaar of meer. Hoe lang ze er mogen blijven, moet de praktijk uitwijzen. Niet elke vader mag naar de vleugel. Goed gedrag is een vereiste, en ook de moeders of verzorgers van het kind en de hulpinstanties rond het gezin moeten ermee instemmen. Veroordeelden van bepaalde delicten worden geweerd.
Wat mogen gedetineerden op de vadervleugel méér dan op een gewone afdeling? Nou, beeldbellen met de kinderen, bijvoorbeeld, met een laptop in hun cel. Die sessies worden wel opgenomen en bewaarders kijken mee of het contact ook echt wordt gebruikt voor het gezinscontact, en niet voor voortgezet crimineel handelen.
Ook zijn er zaterdagactiviteiten, zoals sportdagen, cursussen, kerstbrunch, sinterklaasvieringen of het vieren van vader- en moederdag. ,,De vaderschapscursus is verplicht”, zegt Mumsen. Ook krijgen ze lesmateriaal over het terugkeren in een gezin na detentie. Veel vaders hebben namelijk een veel te rooskleurig beeld dat ze na detentie ‘gewoon’ weer kunnen aanschuiven aan tafel thuis, alsof tijdens hun aanwezigheid niet een heel andere gezinsdynamiek was ontstaan. Als er noodzaak toe is, kan er extra contact worden gelegd, zoals bijvoorbeeld bij ziekte van een kind of voor een tienminutengesprekje met de schooldocent van een kind.
Ook mogen ze wekelijk het complete gezin ontvangen op een gezinskamer. En dat is een groot verschil met de standaard bezoekersruimte, waar gedetineerden en bezoekers stijfjes tegenover elkaar zitten, aan ongemakkelijke plastic tafeltjes, onder wakend oog van bewaarders.
In de gezinskamer hebben ze privacy. Het lijkt wel een beetje op een woonkamer van een vakantiehuisje, vol fleurig meubilair, knuffels, spelletjes, duplo, puzzels, een volwaardige keuken en de openslaande deur leidt zelfs naar een nieuw aangelegde speeltuin. Pál naast de entree van de bajes.
In de gezinskamer kunnen ze onderling een lunch maken, samen een verjaardag vieren, een spelletjes spelen of gewoon lekker samen tegen elkaar aan kruipen op de bank en televisie kijken, net zoals thuis. ,,Sommigen zeggen: we hebben onderling nog nooit zoveel spelletjes gespeeld, dat willen we thuis ook blijven doen.” Verblijf op een vaderafdeling is allesbehalve vrijblijvend; ze moeten verplicht een vaderschapsplan schrijven en volgen naast het reguliere bajesdagprogramma een intensief programma om de band met hun gezin zo goed mogelijk te kunnen houden.
De ‘geestelijk moeder’ achter deze aanpak is gevangenisdirecteur Marie-Anne de Groot. Zij ontvangt in Veenhuizen regelmatig collega’s uit andere gevangenissen die delen van haar gezinsaanpak ook willen implementeren. ,,Recent zijn collega’s uit Zaanstad langs geweest.” En ook uit Lelystad, Dordrecht en Almelo was belangstelling.
Aanvankelijk was er scepsis over de ‘softe’ aanpak van de gezinsbenadering en de vadervleugels, die laatdunkend ‘knuffelafdelingen’ werden genoemd: ,,Dan hoorde je bijvoorbeeld van collega’s: ‘Dit werkt wel voor vrouwen, maar niet voor mannen. De mannen die bij ons zitten hebben niet die vaderrol’. Volgens haar is het allesbehalve ‘soft’, eerder het tegenovergestelde: ,,Omgaan met wat je je kinderen hebt aangedaan is zeer confronterend. We hebben in het begin vaders gehad, die trokken het niet, die werden geconfronteerd met de pijn en het verdriet thuis. Sommigen kozen ervoor om zich daarvoor af te sluiten en liever op een gewone cel hun tijd uit te zitten, zónder intensief thuiscontact. We zien ook dat er op de vadervleugel veel minder machogedrag is en veel minder incidenten dan op reguliere afdelingen.”
Marie-Anne de Groot: ,,We krijgen bedankjes van moeders voor de humane manier van detentie en voor de begeleiding. Een moeder zei: ‘ Jullie hebben weer een mens van hem gemaakt.’ We hadden een moeder die wanhopig was omdat haar kind thuis niet at, uit solidariteit met vader. Dat kind dacht namelijk dat vader ook niks fatsoenlijks te eten kreeg in de bajes. Door vader te laten ‘mee eten’ met een videoverbinding aan tafel, ging het kind weer eten. Kinderen durven nu ook vaker mee naar de gevangenis op bezoek, want ‘bij jullie is het niet bedreigend’, zeggen ze dan. We denken na hoe we kinderen ontvangen: een bewaarder die eventjes door de knieën gaat en aan zo’n kind vraagt hoe het gaat? Dát maakt het verschil. Een vader bouwde een band op met zijn jongste kinderen, uit een tweede relatie. Daardoor kreeg hij ook weer contact met een oudere zoon. Die gaan nu samen een transportbedrijf beginnen, zodra hij binnenkort buiten komt.”
Nee, zegt Raimond beslist, op de vadervleugel is het helemaal niet makkelijker, dan op een ‘gewone’ afdeling, eerder confronterend en soms ongemakkelijk. ,,Hier word ik er telkens aan herinnerd wat ik niet kan zijn. Mijn gezin, mijn vrouw mist me heel erg.”
,,Maar de sfeer hier op deze afdeling is veel rustiger, alles gaat soepeler, minder incidenten, er is geen haantjesgedrag. Ja, nieuwkomers proberen het soms wel eens, maar dan maken we ze al snel duidelijk dat dat niet werkt hier. Mijn vrouw vindt het een goede keuze; zij heeft niet de kracht mij te bezoeken, maar nu kan ik toch drie, vier, vijf keer contact hebben met thuis. Niet dat het altijd intensieve gesprekken zijn. Soms drinken we gezamenlijk koffie en zwijgen we, maar zijn we toch eventjes samen. De kinderen zijn eraan gewend om te Skypen. Die hoeven niet telkens twee uur stil zitten aan een tafeltje in een kille bezoekersruimte, waar ze zich stil moeten houden.”
Zo’n 46 procent van gedetineerden heeft kinderen van achttien jaar of jonger, weet onderzoekers Simon Venema, verbonden aan de Hanzehogeschool Groningen en Verslavingszorg Noord Nederland. Hij hoopt deze zomer zijn promotieonderzoek af te ronden naar vaderschap in detentie, met daarin speciale aandacht voor de rol van familierelaties in het beperken van detentieschade onder kinderen met een ouder in de gevangenis. Volgens hem is er veel minder machogedrag en zijn veel minder incidenten op vadervleugels dan op reguliere afdelingen. Gezinsfunctionaris Anna Mumsen: ,,Ze geven elkaar zelfs advies over gezinszaken, er is een heel andere dynamiek.”
Nee, de gezinsbenadering is nog lang geen standaardpraktijk landelijk, zegt Venema, ,,want het is erg afhankelijk van de plaatselijke gevangenisdirecteur, maar de bewustwording groeit”. Onderzoek in Nederland naar het effect van detentie op kinderen van veroordeelden, staat nog in de kinderschoenen. ,,Wel weten we dat tachtig procent van de vaders in detentie het moeilijk vindt hun vaderrol in te vullen tijdens detentie. Vijftig procent zegt hierbij ondersteuning te willen, vooral als het gaat om het contact met het gezin thuis.”
*Raimonds voornaam is gebruikt met zijn toestemming.